In Rusland is de munteenheid de roebel = 100 kopeke. Er bestond destijds een zilveren en een papieren munteenheid (assignaat).
Enkele omrekeningen:
In 1822:
1 zilveren kopeke (Копейка, Kopejka) = 6 kopeke assignaat (papieren kopeke).
1 Duitse gute Groschen = 1½ Nederlandse stuiver = circa 4 zilveren kopeke = 24 kopeke assignaat.
In 1838: 1 Silbergroschen = 3 Pruisische of Poolse Groschen = circa 3 zilveren kopeke.
In 1840: 1 zilveren kopeke = 3½ kopeke assignaat.
In 1843: 1 Silbergroschen = 1¼ kopeke assignaat.
Tijdrekening
In Rusland gebruikte men tot februari 1918 de Juliaanse kalender, in Finland de Gregoriaanse. Vanaf maart 1800 tot eind februari 1900 is onze Gregoriaanse kalender 12 dagen later en daarna 13 dagen.
Datering van een brief in Juliaanse én Gregoriaanse kalender, 9 respectievelijk 21 september 1849.
Posttarieven
Ingaande 8 oktober 1816 werd het door Rusland berekende port voor brieven uit Nederland als volgt bepaald:.
Op 12 december 1821 werd er een postverdrag tussen Pruisen en Rusland gesloten, dat per 1 september 1822 in werking trad.
Voor brieven uit Rusland naar het noordelijk deel van Nederland bestond het te betalen port voor de eerste gewichtsklasse tot 1 lood via het Russische grenskantoor Palanga (Duits: Polangen) en het Pruisische kantoor Immersatt in de plaats Nimmersatt (Memel):
Stempel van het Pruisisch grenskantoor MEMEL.
Hamerstempel PRUISSEN / A van het Nederlands grenskantoor in A = Arnhem.
Post kon ook via het Russische grenskantoor Tauroggen in verbinding met het Pruisische in Schmalleningken (Tilsit) worden verzonden.
Volgens een tarieflijst van Memel van 30 september 1822 was het door een afzender te betalen port geheel tot aan de bestemming Zwolle: het Russisch binnenlands tarief tot grenskantoor Polanen + van Polangen naar Zwolle 345 kopeke assignat.
Vanaf 1830 waren er ook geregelde vaarten met postvervoer per stoomboot tussen Kronstadt (havenstad bij St. Petersburg) en Lübeck en vanaf 1843 met Stettin. De tarieven waren hetzelfde als over land via Memel.
Advertentie in Journal de la Haye, 15 april 1835.
Per 1 november 1837 werd het Pruisisch portaandeel van Memel tot Emmerich 17 Silbergroschen = 45½ Pruisische Groschen = 105 cent.
Door de Russisch-Pruisische postconventie van 2 juni 1843 (Russische Juliaanse kalender: 21 mei 1843) en de Nederlandse Circulaire 331 van 19 oktober 1843 was het niet meer verplicht om brieven in Rusland tot aan de Nederlandse grens te frankeren. De geadresseerde in Nederland moest dan betalen: 17 Silbergroschen Pruisisch transitaandeel = afgerond naar boven 105 cent + het Nederlandse binnenlandse port.
Per 1 januari 1844 (postverdrag Pruisen-Rusland) bestond het port voor een brief uit Rusland tot een Keulse lood (14,6 gram) uit:
Op 13 december 1849 werd het Pruisische transitoport 26 zilveren kopeke = 8 Silbergroschen en met de inwerkingtreding van de DÖPV per 1 juli 1850 3 Silbergroschen = 10 zilveren kopeke.
In 1856 werd Eydtkuhnen het Pruisisch grenskantoor. Deze plaats lag dichter bij de spoorliijn naar Königsberg en Berlijn.
Volgens Circulaire 331 kon het port voor brieven uit Nederland naar Rusland vanaf 1 november 1843 ook geheel of gedeeltelijk vooruitbetaald worden. Het tarief voor een brief tot 16 wigtjes (Nederlandse gewichtsprogressie; vanaf 1 september 1850 15 wigtjes) bestond uit het Nederlandse binnenlandse port tot aan het grenskantoor + ƒ 1,05 transitoport + 20 cent naar iedere plaats in Rusland.
Vanaf 1 april 1852 waren de tarieven in Nederland voor brieven naar iedere bestemming in Rusland of Finland en ook naar Polen, tot 15 wigtjes:
Nederlands aandeel
in cent |
Duits aandeel in Sgr |
Russisch aandeel in Sgr |
Totaal in cent |
|
01-04-1852 |
5 / 10 *) |
3 |
3 |
45 / 50 *) |
01-01-1864 |
5 |
2 |
3 |
35 |
10-02-1866 |
5 |
2 |
2 |
30 / 35 **) |
01-10-1868 |
5 |
2 / 3 **) |
25 / 30 **) |
|
13-06-1872 |
20 / 30 ***) |
*) Voor bestemmingen in Nederland tot en met 30 km van de grens golden tot 1-1-1864 lagere tarieven; voor de 1e gewichtsklasse: 5 cent minder.
**) tarief voor vooruitbetaald verzonden / ongefrankeerd ontvangen.
***) in gesloten malen
Finland behoorde tot het begin van de 18e eeuw bij Zweden. Finland werd in 1809 een grootvorstendom ofwel groothertogdom met als eerste groothertog de Tsaar van Rusland, Alexander I. Finland behield zo een zekere autonomie. In 1917 werd het een onafhankelijke republiek.
Tot 1 december 1863 was de Russische roebel de munteenheid, daarna de eigen markkaa = 100 penniä.
De postverbinding met Nederland verliep via Turku (Zweeds: Åbo), Eckerö (Åland) en Grisslehamn in Zweden voor verder transport via Denemarken en/of Duitsland naar Nederland. Zie hiervoor ook het deel over Zweden. De verbinding was ook mogelijk over land, om de Botnische zee via Tornio (Zweeds: Torneå) en Haparanda, maar dat duurde wel een paar weken. Als gevolg van blokkades tijdens de Krimoorlog (1854-1856) kon de route via Åland niet gebruikt worden en moest men de lange route kiezen.
Ook werd de post via Sint-Petersburg over Pruisen naar Nederland verzonden.
Duits aandeel in Sgr |
Nederlands aandeel
in Sgr |
Totaal in penniä |
|
01-01-1866 |
1¾ |
1 |
68 |
01-07-1872 |
1½ |
¾ |
52 |
Laatst bijgewerkt op
15.09.2023 10:24
uur.
Copyright © 2019 -
G.L. van Welie FRPSL
Secretaris van de Nederlandse Academie voor Filatelie
Representative of the Royal Philatelic Society London for the Netherlands
Niets uit deze website mag worden gekopieerd, verspreid en/of gepubliceerd zonder schriftelijke toestemming van de auteur.
Heeft u aanvullingen of opmerkingen?